13 aug De schaar in die kledingstukken!
Over Meike Haar hart ligt bij innovatie en materialen. Zo maakte ze voor haar afstuderen aan Artemis mutsen van mensenhaar. Niet gek dus dat ze inmiddels in Eindhoven ontwerpt waar innovatie en textiel samenkomen. Daarnaast freelanced ze als ontwerper en stylist. Haar loopbaan begon ooit aan ArtEz. Ze studeerde er mode maar verliet de opleiding, omdat ze deze te veel gericht vond op het worden van die ene zeldzame ‘top ontwerper’.
Afstand nemen van voor mijn waardevolle kledingstukken vind ik best moeilijk. Eindeloos de gaten blijven vermaken of vooral denken dat ik het kledingstuk wel weer oppep, maar puntje bij paaltje komt dat er stiekem toch niet van. En ligt het daar dan maar te liggen tussen de de kledingstukken die ik wel heb gekocht, maar eigenlijk zelden draag.
Dit soort kledingstukken zijn verzameld voor het project ‘Time will tell…’ dat OW heeft opgezet. Een super tof project – als je het mij vraagt – dat vier jonge ontwerpers met een stapel ingezamelde kleding aan de slag liet gaan, om hier vier mooie mini-collecties mee te maken. Samen met de Ilfa Siebenhaar begeleid ik de deze ontwerpers in hun proces. Een leuke job, waar ik zelf ook nog iets van opsteek!
De rok is gedoneerd door Nora uit Amsterdam
“Ik heb deze rok gekocht in een winkel in Amsterdam, in de sale zo’n twee jaar geleden. Ik dacht dat ik de rok leuk zou kunnen dragen met een grote trui en laarzen. Maar dat is er nooit van gekomen. Het werkte niet ofzo. Uiteindelijk heb ik de rok nooit gedragen.”
Ontwerper Karlijn Krijger (links) heeft van de rok een chique top gemaakt (rechts Meike). Foto door Theresa Rudzki
Ik heb meer lef nodig
Hoe komt het dat ik mijn kleding niet (meer) vermaak, ondanks dat ik dat wel graag wil. Is het echt alleen gebrek aan tijd? Of heeft dit stiekem ook met andere dingen te maken? Ik hecht waarde aan mijn spullen en dus ook aan mijn kleding. Dit heeft een positieve kant, ik waardeer de dingen die ik heb echt! Maar wanneer het niet meer bruikbaar is, of niet gebruikt wordt in de staat waarin het zich bevindt, en ik kan dat zelf veranderen, waarom doe ik dat dan niet? Vorige week besefte ik pas waarom. Ik heb het lef niet!
Ik kwam tot deze realisatie na de meet-up met de ontwerpers voor het ‘Time will tell…’ project vorige week. En daar baalde ik wel even van. Je hebt lef nodig om kledingstukken die een speciale waarde vertegenwoordigen doormidden te knippen. Maar als het gecombineerd wordt met een ander jurkje en het samen een nieuw ontwerp oplevert dat wel gedragen wordt, dan moet ik mezelf toch echt wat meer pushen en lef tonen. Gewoon de schaar in mijn kledingstukken zetten en nieuwe creaties maken door de items en hun verhalen met elkaar te verbinden.
Juist door het zo rigoureus aan te pakken, kost het veel minder tijd dan wanneer je te voorzichtig bent: alle naden uit elkaar tornen, te lang nadenken over hoe de kledingstukken te combineren, om vervolgens alles weer in elkaar te zetten en vooral ook netjes af te werken. Het moet natuurlijk wel aan de huidige kleding maatstaven voldoen. Hoe meer net afgewerkte naden je uit elkaar haalt, hoe meer je er zelf moet herstellen.
“Je hebt lef nodig om kledingstukken die een speciale waarde vertegenwoordigen doormidden te knippen”
Het jasje is gedoneerd door Raoul uit Amsterdam
“Het jasje heb ik al heel lang en vroeger veel gedragen. De laatste jaren alleen niet meer. Toen ik laatst aan het opruimen was, had mijn vriendin wel interesse. Een ander colbert heeft ze wel gedragen, als een over sized item. Met dit jasje kon ze niets en heeft bij haar ongedragen in de kast gehangen. Het jasje is nog goed en de stof is mooi. Misschien kan dit project er iets mee.”
Schetsen van Ariëlle van der Vaart. Het ontwerp bestaat uit een jasje van Raoul, een spijkerbroek van Janne en meer items. Foto door Theresa Rudzki
Links het originele jasje. Rechts het nieuwe ontwerp in ontwikkeling. Foto (rechts) door Theresa Rudzki
Het is het prijskaartje dat telt
De tijd die het kost om kleding goed in elkaar te zetten, beslaat een groot gedeelte van de prijs van een kledingstuk. In het geval van dit kleding refurbish project helemaal, de materialen zijn immers gedoneerd. Om de verkoopprijs van de uiteindelijke stuks niet de pan uit te laten rijzen en een grote doelgroep aan te kunnen spreken, moet de tijd die aan de ‘Time will tell…’ collecties wordt besteed in de gaten gehouden worden. We hebben het immers niet over een minimaal Aziatisch uurloon.
Uiteindelijk moeten de prijskaartjes die aan de kledingstukken komen te hangen een balans zijn tussen de waarde van de materialen, de tijd die erin heeft gezeten om het te maken, de kwaliteit van de ontwerpen en de nodige marketing en andere bedrijfsactiviteiten. De letterlijke prijskaartjes zijn toch meestal bepalend voor de aanschaf van een product – los van of het product goed is geweest voor milieu en arbeiders. Als ontwerper moet je hier dus rekening mee houden. En dus ook wanneer ik zelf iets met mijn kleding zou willen doen. Ik moet het behapbaar maken, want ook mijn eigen tijd is kostbaar. Maar ik moet het vooral ook gewoon doen. Daarin motiveren de jonge ontwerpers mij enorm, gewoon de schaar erin!
Geen reactie's