José Teunissen: Mode claimt weer relevantie, met hoofdrol voor innovatie

Haar visie is helder. José Teunissen wil van de School of Design and Technology aan London College of Fashion, waar zij decaan is, ‘s werelds meest innovatie modeschool maken. Nogal een ambitie, maar ze heeft vaker versteld doen staan.

José ontwikkelde als eerste Professor of Fashion aan ArtEZ de modetheorie in Nederland. Ze is de curator achter de tentoonstelling Future of Fashion is Now, die de wereld over reisde. Naast haar stevige baan als decaan is ze nog steeds lector: Professor of Fashion Theory aan London College of Arts. Vanuit die positie is ze curator van State of Fashion. Een tentoonstelling rondom het thema ‘searching for the new luxury’, waarbij op zoek wordt gegaan naar mogelijke antwoorden op de uitdagingen waar de mode-industrie, maar ook de samenleving, vandaag de dag voor staat. Het is de eerste keer dat rondom deze thematiek grote merken, startende ontwerpers en veelbelovende innovaties bij elkaar staan op één plek. Mode claimt eindelijk weer relevantie, met een hoofdrol voor innovatie.

Interview José Teunissen

Dean School of Design and Technology, London College of Fashion
Professor of Fashion Theory, London College of Arts

State-of-fashion-2018-tentoonstelling-curator-Jose-Teunissen-Melfabriek-Arnhem

José Teunissen in De Melkfabriek, waar de tentoonstelling State of Fashion tot en met 22 juli plaatsvindt. Foto  door Rosa van Ederen 

“Mode is meer dan esthetiek, maar het mooie ‘plaatje’ is waar het de afgelopen jaren vooral over is gegaan. Hierdoor zijn we veel kwaliteit verloren. Letterlijk als het gaat over materialen, outsourcing naar lagelonenlanden en hoe het gemaakt is, maar het gaat ook over kennis en de dingen om je heen begrijpen. We weten niet meer waar onze kleding wordt gemaakt, onder welke omstandigheden en door wie. We kennen alleen het eindproduct. We hebben van mode iets heel engs gemaakt, terwijl mode en de manier waarop we met kleding omgaan een reflectie is van onze cultuur.

De geschiedenis leert ons dat met grote culturele veranderingen onze manier van kleden verandert. Denk aan vrouwen die broeken gingen dragen. Je hebt zo’n mooie uitspraak: ‘Mode en design definiëren het hier en nu’. Je kan je alleen afvragen of de huidige mode-industrie wel gaat over de waarden van deze tijd. We zien nog steeds de man met een dik horloge die rijdt in een mooie auto en overnacht in een luxe hotel. We hebben het nog steeds over collecties, catwalkshows en de foto’s. Of zoals de Britse journalist Sarah Mower het onlangs in Vogue verwoordde: ‘Fashion heeft de laatste twintig jaar te lang op cocktail parties rond gehangen en is volstrekt de relatie met het alledaagse leven kwijtgeraakt.’ Daar ben ik het mee eens. Mode moet opnieuw relevant worden.

“Mode is meer dan esthetiek, maar het mooie ‘plaatje’ is waar het de afgelopen jaren vooral over is gegaan”

State-of-fashion-2018-curator-Jose-Teunissen-Melfabriek-Arnhem

José Teunissen buiten bij De Melkfabriek. Foto door Rosa van Ederen

We staan voor een omschakelmoment

Mode wil ik uit het hokje halen waarbij het vooral over de esthetiek gaat. We moeten begrijpen waarvoor we het maken, wat we ervoor nodig hebben om het te maken en wat de evolutie is van het product. Op deze manier kunnen we een product, of kledingstuk, zowel in zijn maatschappelijke en ecologische context plaatsen en zorgen dat het relevant is en blijft. Makkelijk is dat niet, zeker nu de wereld zo snel verandert. Dit is omdat we volgens mij vlak voor een omschakelmoment staan, waarbij grote culturele veranderingen plaatsvinden en wat maar eens in de zoveel tijd gebeurt. Waar een theoreticus in woorden hier context bij kan geven, is het de kracht van de ontwerper dat hij of zij min of meer onbewust aanvoelt waar we in een bepaalde periode behoefte aan hebben en dit kan omzetten in een product dat herkenbaar is of wat mensen aangenaam vinden om te zien, waardoor ze het graag willen hebben en dragen. Dat is meer dan esthetiek.

Ingegeven door deze ontwikkelingen, is er een groep ontwerpers die mode weer op een nieuwe manier invult. Zo zegt het ontwerpersduo vin + omi bijvoorbeeld dat ze geen brand zijn, maar een ideologie. In hun werk vinden ze allereerst het proces belangrijk – ze hebben inmiddels twaalf patenten op stoffen, tegelijkertijd ziet hun werk er verder gewoon echt spectaculair uit. Op State of Fashion laten we al deze verschillende en innovatieve benaderingen van mode zien en is er ruimte voor dialoog. Maar ook binnen het mode-onderwijs zie je dat scholen op zoek zijn naar een nieuwe invulling van het curriculum, zoals bij ArtEZ. Hier werkt onder meer Pascale Gatzen aan een nieuwe richting van de master Fashion Design. Binnen de School of Design and Technology waar ik decaan ben, dit zijn in totaal twintig opleidingen met zo’n tweeduizend studenten, werken we ook aan een nieuw curriculum. Technologie, sustainability en kritisch denken gaan we met elkaar integreren.

State-of-fashion-2018-Arnhem-curator-Jose-Teunissen

State of Fashion met op deze ‘catwalk’ ontwerpen van onder meer Iris van Herpen, vin + omi en Yuima Nakazato

“Een ontwerper voelt aan waar we behoefte aan hebben en kan dit omzetten in een product dat we willen hebben”

Een kritisch curriculum

We vragen studenten kritisch te zijn ten opzichte van het modesysteem, vragen te stellen als: ‘functioneert het systeem nog wel?’ En we zoeken de grenzen op. Eén van onze alumni van de master footwear Kristine Walsh – te zien in de tentoonstelling (State of Fashion) – houdt zich bijvoorbeeld bezig met de vraag of een prothese echt een nep been moeten zijn? Of kan het ook gewoon een technologisch ding zijn of juist een mooi keramisch object dat aansluit bij je persoonlijkheid? Die grenzen waar technologie, esthetiek en maatschappelijke vraagstukken samenkomen in een product vind ik interessant. De School of Design and Technology is sterk in conceptontwikkeling. Als onderdeel hiervan, willen we technologie verder integreren en deze koppelen aan ambacht. Zo is er bijvoorbeeld een master Artefact, waar veel met leer en hout wordt gewerkt en van oudsher een accessoire opleiding is. Uiteindelijk maken de studenten een (kunst)object dat zich tot het lichaam verhoudt, met technologie kan je dat verbinden aan wearables, health en wellbeing. Binnen deze nieuwe richting willen we we sustainability nog verder integreren, waarbij we gebruikmaken van de kennis van ons Centre of Sustainability. Zij hebben meer dan tien jaar ervaring op dit onderwerp en guidelines hoe je duurzaamheid kan embedden in het onderwijs.

Mode wordt ook steeds meer teamwerk waarbij de rol van de ontwerper verandert. Deze is niet altijd meer de creatief directeur, maar wordt misschien meer een regisseur of procesbegeleider. Een andere ontwikkeling is dat studenten steeds vaker in adviserende rollen terecht komen. Welke vaardigheden horen hierbij? Hier zou je in het onderwijs op moeten inspelen en als grote school kunnen we dit. Zo zijn we steeds meer entrepreneurial workshops gaan aanbieden, omdat veel studenten willen ondernemen. Met het netwerk dat we als school hebben, zijn we instaat om een infrastructuur op te bouwen waarbinnen startende ondernemers lokaal kunnen opereren. Dit is wat we bijvoorbeeld met Future Makers in Arnhem hebben gedaan samen met de universiteit van Wageningen. We hebben alle verschillende partijen in de modeketen op lokaal niveau met elkaar in verbinding gebracht, maar wel met internationale vertakking door in contact te staan met andere steden en wat daar gebeurt.

“Die grenzen waar technologie, esthetiek en maatschappelijke vraagstukken samenkomen in een product vind ik interessant”

Fashion4Freedom-state-of-fashion-e-waste-jewellery

Aziatisch conscious label Fashion.4.Freedom maakt onder meer sieraden van e-waste, zoals deze armband en ketting die op State of Fashion te zien is. Foto door Nanette Hogervorst

Onzekerheid

De industrie beweegt ook. Als het gaat om de benadering van het onderwijs, gingen de grote merken in de jaren ‘80 en ‘90 naar de catwalkshows van de afstudeercollecties in Antwerpen en Londen. Daar vond je het talent. Nu gaat dat heel anders. Merken willen nu veel eerder en dichter op het talent zitten. Dat kan via projecten die we met ze doen, waar voor sommige studenten een stage, opdracht of soms zelfs een aanstelling uit voortvloeit. Het laat ook een beetje zien dat catwalkshows steeds minder relevant wordt. Al willen de industrie en de magazines daar nog niet aan. Ooit waren catwalkshows bedoeld voor de inkopers en journalisten. Het was een kijkje in de keuken en foto’s waren onder embargo. Pas na drie of vier maanden stonden de foto’s in tijdschriften. Ondertussen hadden de inkopers hun orders geplaatst en was de productie gestart. Nu staat alles direct op internet. Je vraagt je dan toch af of we nog wel moeten vasthouden aan dit systeem.

Het loslaten van dit soort elementen uit het huidige modesysteem, zoals de shows, kan onzekerheid met zich meebrengen. Het omgaan met onzekerheid is wat wij mensen veel meer willen gaan leren, zowel studenten als leraren. We staan vlak voor een omschakelmoment waarin we in een grotere maatschappelijke context mode zullen moeten herdefiniëren en opnieuw invullen. Dit kan leiden tot nieuwe en duurzamere materialen, nieuwe businessmodellen en nieuwe manieren van werken. Dat betekent dat we niet alle antwoorden hebben – ook niet als school. We moeten kunnen zeggen tegen studenten dat we het zelf soms ook niet weten om dan op zoek te gaan naar antwoorden. Het heeft geen zin om oude kennis in een jonge generatie te stoppen. We moeten juist leren van experimenteren en de suggesties waarmee studenten komen. Misschien zit daar ook wel de kracht van het kunstonderwijs. Dat is altijd al een soort vrijhaven geweest, waar los van of iets wel of niet zal verkopen, je vrij kan experimenteren. Daar geloof ik in.”

“Het heeft geen zin om oude kennis in een jonge generatie te stoppen. We moeten leren van experimenteren”

State-of-fashion-2018-Melfabriek-Arnhem-tentoonstelling-curator-Jose-Teunissen

State of Fashion in opbouw. Achter José de ‘catwalk’ waar tussen 1 juni en 22 juli de ontwerpen op staan van dus onder meer Iris van Herpen, vin + omiYuima Nakazato en meer. Foto door Rosa van Ederen

Over deze serie De mode-industrie ligt al een aantal jaar voor meer dan één reden onder vuur, van klimaatimpact tot het gebrek aan diversiteit onder modellen. Een groeiende groep consumenten, maar ook binnen de industrie zelf, neemt de behoefte aan radicale verandering toe. Alleen niemand lijkt precies te weten hoe en tegelijkertijd dendert de industrie door. In deze vierdelige serie #changemakers geven we innovatieve denkers de ruimte hun visie te delen op de rol die onderwijs hierbij zou kunnen spelen. In dit deel José Teunissen, decaan School of Design and Technology aan London College of Fashion, Professor of Fashion Theory aan London College of Arts en curator van de vooruitstrevende modetentoonstelling ‘State of Fashion’.

Over José

Werkervaring

2016-heden: Professor of Fashion Theory, University of the Arts London
2018-heden: Curator, State of Fashion, Arnhem
2016-heden: Dean of School of Design and Technology, London College of Fashion
2009-heden: Free lance curator Museum Boijmans van Beuningen
2012-januari 2018: Lead Next Fashion, ClickNL Innovation Network
2002-2016: Professor Fashion Artez in Arnhem

Volledige CV van José

Opleiding

1978-1986: Radboud Universiteit Nijmegen

State of Fashion 

State of Fashion is het eerste internationale mode-event dat zich volledig richt op een duurzamer en eerlijker modesysteem. De tentoonstelling ‘searching for the new luxury’ vindt van 1 juni tot en met 22 juli 2018 plaats in De Melkfabriek in Arnhem. Curator van State of Fashion 2018 is José Teunissen. Voordat zij decaan was bij school of design & technology bij het London College of Fashion, was zij lector Mode bij ArtEZ.

Interessante links

Geen reactie's

Geef een reactie