21 apr Oliviér Josepha: Next Fashion Talent
Deze keer in Next Fashion Talents het modeduo Oliviér Josepha. Met als voedingsbodem hun eigen jeugd in het Caribisch gebied, kaarten ze op authentieke en respectvolle wijze maatschappelijke thema’s aan. Ontwerp, duurzaamheid en ethiek zitten verweven in hun werk. Genomineerd door modeontwerper Sharita Karsten, spreken we met de mannen achter Oliviér Josepha: Jay Josepha en David (Olivier) Wouters.
Wie is Jay Josepha?
Geboren: 25-11-1989
Studie: Mode en fashion design, Summa fashion college
Favoriete kledingstuk: Pantalon, liefst merino blauw. T-shirt, liefst effen zwart of off white van ons eigen label.
Favoriete ontwerpers: Riccardo Tisci (Burberry) en Raf Simons.
Wie is David Wouters?
Geboren: 17-06-1994
Studie: Communicatie aan Fontys
Hogeschool
Favoriete kledingstuk: leren biker jas
Favoriete ontwerpers: Raf Simons en Martin Margiela.
Q:
Wat drijft jullie om met mode, duurzaamheid en innovatie bezig te zijn?
Jay: “Vroeger was ik niet veel met duurzaamheid bezig. Nu ik meer ervaring heb in de mode en ouder word, vind ik het wel super belangrijk om op een duurzame manier te werken. Fast fashion is zo’n groot ding. Wij zien gewoon dat de waarde van kleding verloren gaat. Wij willen kleding weer waarde geven. Onze collectie is dan ook alleen made to order, wat eigenlijk een tegenreactie is op de alsmaar sneller wordende doorlooptijden van de grote modeketens.”
David: “We weten dat de mode-industrie een grote vervuiler is. Dat wij toch graag in de mode werken, is omdat zij ook kansen biedt om op een positieve manier bij te dragen aan de maatschappij. Dat proberen we dan ook te doen met ons merk.”
“Wij werken in de mode omdat zij ook op een positieve manier kan bijdragen aan de maatschappij”
Q:
Welk (maatschappelijk) probleem willen jullie aankaarten met jullie werk?
Jay: “We staan voor kleding die langer dan één seizoen meegaat, dat betekent dat je over stoffen moet nadenken en hun kwaliteit. Dat kan samengaan met een duurzame manier van werken. We proberen zo min mogelijk reststof te creëren, maken gebruik van gerecyclede tentstoffen en veel van onze stoffen zijn GOTS gecertificeerd. Soms kan je écht geen goede stoffen vinden die zijn gerecycled, dan kopen we iets nieuws.”
David: “Daarnaast zijn we ook bewust bezig met andere maatschappelijke thema’s. We willen vooral thema’s uit onze eigen jeugd bespreekbaar maken, zoals angsten die je hebt, kwetsbaarheid en het accepteren van imperfectie. Met onze ontwerpen maken we deze thema’s zichtbaar en hopen dat zij vragen oproept. Het ultieme doel is dat we bijdragen aan een cultuur waarin dit soort thema’s niet langer meer in de doofpot worden gestopt.”
“In onze nieuwe collectie willen we vrouwen krachtiger maken door onze ontwerpen waarden mee te geven die we gewend zijn bij mannen”
Q:
Op welke manier hopen jullie dat jullie ontwerpen bijdragen aan de oplossing van het maatschappelijke probleem?
Jay: “Onze nieuwe collectie ‘Boys will be boys’ gaat over hoe we gender zien. We creëren niet alleen een mannelijk beeld van krachtig en stoer, maar ook die van kwetsbaarheid en beschikbaarheid. We doen dit door details in de collectie te verzachten, zoals het verweven van meer vrouwelijke vormen in de ontwerpen en te experimenteren met kleuren en stoffen. Andersom willen we vrouwen krachtiger maken door ontwerpen waarden mee te geven die we gewend zijn bij mannen.”
David: “Boys will be boys is onze collectie voor de lente/zomer 2020. In juni 2019 lanceren we eerst een capsule collectie waarbij de focus ligt op waardevolle spullen uit onze Caribische roots. Het gaat over dat je waardeert wat je krijgt. Je nooit zomaar iets weggooit dat je hebt gekregen en elkaar met liefde behandelt. Voor de collectie hebben we kledingstukken en sieraden die bedoeld zijn als herinnering van onze roots.”
Q:
Hoe verweven jullie esthetiek, duurzaamheid en functionaliteit met elkaar?
Jay: “Het verhaal moet kloppen. Daar zit onze schoonheid.”
David: “En dat we dit op de juiste manier presenteren.”
Jay: “De kleding blijft daarbij wel centraal staan. Dat is ons medium. Als het gaat om draagbaarheid hebben onze kledingstukken een fijne pasvorm en zitten comfortabel. Uiteindelijk gaat het om een balans tussen al deze elementen, esthetiek, duurzaamheid en functionaliteit.”
David: “Onze klanten vertellen ons wat wel of niet goed valt aan een kledingstuk. We dragen onze kleding zelf, zodat we het ook zelf ervaren. Op deze manier kunnen we een steeds fijnere pasvorm maken en krijgen we ook steeds beter door hoe we dingen het beste kunnen maken. Naast onze collecties hebben we ook meer ‘onderzoekskledingstukken’. Deze zijn niet per se bedoeld om te dragen, maar maken gewoon een sterk statement en worden soms uitgeleend voor een tentoonstelling. Een voorbeeld is de tas met het visnet erom heen.”
“Het verhaal moet kloppen. Daar zit onze schoonheid”
Q:
Wat zijn jullie toekomstplannen en dromen?
David: “Een eigen atelier waarin we alles zelf produceren, van de stoffen tot aan de verpakking waarin onze klanten hun nieuwe kledingstuk ontvangen.”
Jay: “We willen ook graag samen creëren en andere mensen meenemen in onze journey, jonge ontwerpers en stagiaires die graag bij een slow fashion bedrijf willen werken bijvoorbeeld. En persoonlijk zou ik heel graag een eigen atelier in Curaçao willen opbouwen. Er is daar niet veel werkgelegenheid en ik zou de mensen daar graag een goede werkomgeving en toekomst willen bieden.”
David: “Uiteindelijk willen we dat Oliviér Josepha bij geselecteerde retailers in Europa te verkrijgen is, die echt kwaliteit leveren. Snel hoeft de groei niet te gaan, maar we willen wel een stabiel merk worden dat nu en in de toekomst interessant is.”
Q:
Welke Next Fashion Talent nomineer jij en waarom?
“Brian. Een jonge guy die nu nog studeert aan de Willem de Kooning. Hij heeft Zuid-Amerikaanse roots en we hebben hem leren kennen op een tentoonstelling waar onze fishnet bag onder andere stond. Hij werkt veel met stoffen, maakt ze zelf en gaat net dat stapje verder. Het ziet er heel tof uit en hij innoveert echt.”
Geen reactie's